- Uw babytoestel en oudertoestel staan mogelijk te dicht bij elkaar. Zet ze verder uit elkaar.
- Zorg voor minstens 1 tot 2 meter tussen beide apparaten om "rondzingen" te voorkomen.
- Als het babytoestel te ver weg is, kan het buiten bereik zijn, dus plaats het babytoestel dichter bij het oudertoestel.
- Zorg ervoor dat het babytoestel en het oudertoestel niet in de buurt staan van andere elektrische apparatuur, zoals een televisie, computer, of draadloze/mobiele telefoons.
- Gebruik van andere 2.4 GHz producten zoals draadloze netwerken (Wi-Fi®-routers), Bluetooth®-systemen of magnetronovens kunnen ook interferentie veroorzaken, dus houd de babymonitor minstens 1,5 meter uit de buurt van dergelijke producten of zet ze uit als ze storing veroorzaken.
- Als het signaal zwak is, kunt u proberen het Ouder- of Babytoestel te verplaatsen.