• Controleer of de oudereenheid is ingeschakeld (groene AAN / UIT-LED brandt)
• Controleer of de vooraf geïnstalleerde batterij niet leeg is.
• Laad de oudereenheid op door deze op de voeding aan te sluiten.
• Controleer of de oudereenheid is ingeschakeld (groene AAN / UIT-LED brandt)
• Controleer of de vooraf geïnstalleerde batterij niet leeg is.
• Laad de oudereenheid op door deze op de voeding aan te sluiten.